Fietser/voetganger
Dagelijks gebeuren er ongelukken in het verkeer. Ben jij als fietser of voetganger slachtoffer van een verkeersongeval? Neem contact op met Lefers Advocaten. Dit is vrijblijvend en gratis.
Ik ben als fietser of voetganger aangereden door een motorvoertuig. Wat nu?
Belangrijk is, wie de verkeersfout maakte. De bestuurder van het motorvoertuig of jijzelf.
De bestuurder van het motorvoertuig gaf jou geen voorrang. De bestuurder is aansprakelijk voor het ongeval. Jouw schade wordt vergoed.
Jij gaf geen voorrang. De bestuurder kan er niets aan doen. Ook als jij schuld hebt aan het ongeval, krijg jij in ieder geval 50% van jouw schade vergoed. De fietser en voetganger wordt door de wet beschermd.
De hoofdregel: een automobilist moet minimaal 50% van de schade van de fietser of voetganger vergoeden. Kortom, de verzekeraar van het motorvoertuig betaalt 50% tot 100% van jouw schade.
Het percentage van 50% wordt hoger als jouw letsel heel ernstig is. Je kunt bijvoorbeeld door het ongeval niet meer lopen. Het percentage wordt ook hoger als de automobilist ook voor een deel schuld had aan het ongeval. Jij gaf de auto dan wel geen voorrang, maar de auto reed veel te hard.
Er is één uitzondering op de hoofdregel. Bij overmacht is de vergoeding lager dan 50%. Dit is als de automobilist kan bewijzen dat hij helemaal niets had kunnen doen om het ongeval te voorkomen. Dit is heel moeilijk te bewijzen en komt bijna niet voor.
Doe jouw verhaalIk ben als fietser of voetganger aangereden door een fietser. Krijg ik mijn schade vergoed?
De normale verkeersregels gelden. Wie heeft de verkeersfout gemaakt? Wie had voorrang moeten geven. Wie de fout maakt, betaalt de schade. Wie de fout maakte, is niet altijd duidelijk. Daarom is het belangrijk om namen en telefoonnummers te vragen van de personen die het ongeval gezien hebben.
Doe jouw verhaalMijn kind is lopend/op de fiets aangereden. Wat kan ik doen?
Is jouw kind jonger dan 14 jaar? De verzekeraar van de automobilist moet alle schade betalen. Ook als jouw kind schuld heeft aan het ongeval, moet alle schade betaald worden. Alleen als er overmacht is, hoeft niet alle schade vergoed te worden. Dit is als de automobilist kan bewijzen dat hij helemaal niets had kunnen doen om het ongeval te voorkomen. Dit is heel moeilijk te bewijzen en komt bijna niet voor.
Is jouw kind 14 jaar of ouder? Belangrijk is, wie maakte de verkeersfout. De bestuurder van het motorvoertuig of jouw kind.
De bestuurder van het motorvoertuig gaf jouw kind geen voorrang. De bestuurder is aansprakelijk voor het ongeval. De volledige schade wordt door de verzekeraar van het motorvoertuig vergoed.
Jouw kind maakt de verkeersfout. De bestuurder kan er niets aan doen. Ook als jouw kind schuld heeft aan het ongeval, krijgt jouw kind in ieder geval 50% van zijn/haar schade vergoed. Kinderen worden door de wet beschermd.
Het percentage van 50% wordt hoger als het letsel van jouw kind heel ernstig is. Bijvoorbeeld omdat jouw kind blijvend letsel heeft. Het percentage wordt ook hoger als de automobilist ook voor een deel schuld had aan het ongeval. Jouw kind gaf de auto dan wel geen voorrang, maar de auto reed veel te hard.
Er is één uitzondering op de hoofdregel. Bij overmacht is de vergoeding lager dan 50%. Dit is als de automobilist kan bewijzen dat hij helemaal niets had kunnen doen om het ongeval te voorkomen. Dit is heel moeilijk te bewijzen en komt bijna niet voor.
Doe jouw verhaalPraktische tips
- Maak foto’s van jouw kapotte spullen.
- Vraag offertes op om jouw spullen te laten maken.
- Waren er mensen bij het ongeval? Heb je hun naam en telefoonnummer?
- Vul het schadeformulier zo veel mogelijk (samen) in.
- Maak foto’s van jouw verwondingen.
- Schrijf wekelijks op wat jij door het ongeval niet meer kunt.
- Bewaar bonnetjes van spullen die je door het ongeval hebt moeten kopen of huren. Denk aan paracetamol, krukken, parkeerkosten, etc.
- Schrijf op welke kilometers je door het ongeval rijdt. Ook de kilometers die anderen voor jou rijden. Op welke dag, hoeveel kilometer en welke afspraak je had? Een afspraak bij jouw huisarts, fysiotherapeut, ziekenhuis of advocaat. Als jij voor het ongeval altijd met de fiets ging, maar nu met de auto moet. Kan je deze kilometers ook doorgeven.
- Kijk of je abonnementen kan stopzetten. Zoals een sportschool- of zwemabonnement.
- Schrijf op wie jou wanneer en hoe lang helpt met het huishouden.
- Heb jij een eigen zaak? Heb jij een AOV-verzekering. Is het ongeval gemeld?
- Heb je een ongevallenverzekering? Dit kan bij jouw autoverzekering in zitten. Soms heeft jouw werkgever of vakbond zo’n verzekering voor jou afgesloten. Vraag of zij dit hebben.